Ezechiël 16:34

34 Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel van de vrouwen, dewijl men u niet naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden.

Ezechiël 16:34 Meaning and Commentary

Ezekiel 16:34

And the contrary is in thee from [other] women in thy
whoredoms
Of which an instance is given before, and another is added, with the repetition of the former: whereas none followeth thee to commit whoredoms;
the Jews followed the examples, customs, and practices of the Gentiles, in worshipping of their idols; but the Gentiles did not follow the Jews, they kept to their own gods, and did not worship the God of Israel; which with respect to their own gods would have been fornication; and whereas it is usual for men to follow after whorish women, and solicit them by gifts and presents, or promises, and not for them to follow the men, court and solicit them; on the other hand, the Jews, who are compared to a whorish woman, followed after their lovers, and not their lovers after them: or, "after thee there was not", or "shall not be fornication" ^F15; like to thine; it being such as never had been, nor never would be the like again: and in that thou givest a reward, and no reward is given unto thee,
therefore thou art contrary;
to all other lewd women, who take, but give no reward.

---

FOOTNOTES:

F15 (hnwz al Kyrxaw) "et post te non fornicatio fuit", Pagninus, Montanus; "nec post te fuit sic fornicatum", so some in Vatablus; "post te non erit fornicatio", Calvin.

Ezechiël 16:34 In-Context

32 O, die overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden aan.

33 Men geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat zij tot u van rondom zouden ingaan om uw hoererijen.

34 Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel van de vrouwen, dewijl men u niet naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden.

35 Daarom, o hoer, hoor des HEEREN woord.

36 Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw hoererijen met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed uwer kinderen, dat gij hun gegeven hebt;