Genesis 34:24

24 En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; en zij werden besneden, al wat mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen.

Genesis 34:24 Meaning and Commentary

Genesis 34:24

And unto Hamor and unto Shechem his son hearkened all that
went out of the gate of his city
That is, all the inhabitants of the city who came to the gate of it, upon the summons given them, and departed from thence to their habitations, having a great opinion of their prince and his son; and moved either with awe of them or love to them, and influenced both by their arguments and example, they agreed to what was proposed to them: and every male was circumcised, all that went out of the gate of his
city;
all the men citizens; and not only the adult, and who now went out by the gate of the city, but all their male children likewise were circumcised.

Genesis 34:24 In-Context

22 Doch hierin zullen deze mannen ons ter wille zijn, dat zij met ons wonen, om tot een volk te zijn; als al wat mannelijk is onder ons besneden wordt, gelijk als zij besneden zijn.

23 Hun vee, en hun bezitting, en al hun beesten, zullen die niet onze zijn? Alleen laat ons hun te wille zijn, en zij zullen met ons wonen.

24 En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; en zij werden besneden, al wat mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen.

25 En het geschiedde ten derden dage, toen zij in de smart waren, zo namen de twee zonen van Jakob, Simeon en Levi, broeders van Dina, een iegelijk zijn zwaard, en kwamen stoutelijk in de stad, en doodden al wat mannelijk was.

26 Zij sloegen ook Hemor, en zijn zoon Sichem, dood met de scherpte des zwaards; en zij namen Dina uit Sichems huis, en gingen van daar.