Handelingen 19:4

4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.

Handelingen 19:4 Meaning and Commentary

Acts 19:4

Then said Paul
In reply to their answer, understanding them that they were baptized by John, he takes it up, and gives an account of John's baptism: showing how agreeable it was, and that it was the same baptism with the baptism of Christ, being administered in his name:

John verily baptized with the baptism of repentance;
which required repentance antecedent to it, and was a fruit and effect, and so an evidence of it:

saying unto the people;
the people of the Jews, the common people, the multitude that attended on his ministry:

that they should believe on him, which should come after him,
that is, on Jesus Christ; so that he preached faith in Christ, as well as repentance towards God; and made the one as well as the other a necessary prerequisite unto baptism; which shows, that his baptism and Christian baptism are the same.

Handelingen 19:4 In-Context

2 Zeide hij tot hen: Hebt gij den Heiligen Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, of er een Heiligen Geest is.

3 En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes.

4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.

5 En die hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus.

6 En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden.