Handelingen 4:31

31 En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.

Handelingen 4:31 Meaning and Commentary

Acts 4:31

And when they had prayed
Either while they were praying, or as soon as they had done; for sometimes, as here, prayer is immediately heard, and an answer is returned, whilst the saints are speaking, or as soon as prayer is ended: the place was shaken where they were assembled together;
which, whether it was a private house, or the temple, is not certain: the latter seems more probable, because their number was so great, that no private house could hold them; and since this was the place where they used to assemble; this was now shaken with a rushing mighty wind, as on the day of Pentecost, and was a symbol of the divine presence, and a token that their prayers were heard, and an emblem of the shaking of the world by the ministry of the apostles: and they were all filled with the Holy Ghost;
with the gifts of the Holy Ghost, even with extraordinary ones, such as speaking with divers tongues, as before on the day of Pentecost; see ( Acts 2:4 ) and this was the case not only of the apostles, but of the other ministers of the word, and it may be of the whole church: and they spoke the word of God with all boldness;
that is, the apostles, and preachers of the Gospel, spoke it with great freedom, and without fear, not only privately, in their community, but publicly, in the temple: this was what was particularly prayed for, and in which they had a remarkable answer.

Handelingen 4:31 In-Context

29 En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken;

30 Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus.

31 En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.

32 En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.

33 En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.