Jeremia 11:12

12 Dan zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt hebben; maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten tijde huns kwaads.

Jeremia 11:12 Meaning and Commentary

Jeremiah 11:12

Then shall the cities of Judah, and the inhabitants of
Jerusalem
That is, the inhabitants of the cities of Judah, as well as the inhabitants of the city of Jerusalem; the former being in distress through the enemy being in their land, as well as the latter besieged by him: go and cry unto the gods unto whom they offer incense;
Baal, the queen of heaven, sun, moon, planets, and all the hosts of heaven, as in ( Jeremiah 44:15 Jeremiah 44:17 ) ( 2 Kings 23:5 ) , these they should cry unto for help and deliverance in vain: but they shall not save them at all in the time of their trouble;
not yield them the least relief and comfort in their trouble, so far from saving them entirely from it.

Jeremia 11:12 In-Context

10 Zij zijn wedergekeerd tot de ongerechtigheden hunner voorvaderen, die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben andere goden nagewandeld, om die te dienen; het huis Israels en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb.

11 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen.

12 Dan zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt hebben; maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten tijde huns kwaads.

13 Want naar het getal uwer steden zijn uw goden geweest, o Juda! en naar het getal der straten van Jeruzalem hebt gijlieden altaren gesteld voor die schaamte, altaren om den Baal te roken.

14 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op; want Ik zal niet horen, ten tijde als zij over hun kwaad tot Mij zullen roepen.