Jeremia 24:7

7 En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.

Jeremia 24:7 Meaning and Commentary

Jeremiah 24:7

And I will give them an heart to know me, that I [am] the
Lord
God, gracious and merciful, slow to anger, abundant in goodness and truth, pardoning iniquity, transgression, and sin; the unchangeable Jehovah; the everlasting I AM; a covenant keeping God; faithful and true to his promises; able and willing to perform them; and does all things well and wisely; and was their Lord and God. This knowledge designs not the first knowledge of the Lord, but an increase of it; and not head knowledge, but heart knowledge; a knowledge of God, joined with love and affection to him, high esteem, and approbation of him; and including communion with him, and an open profession and acknowledgment of him: and it is an appropriating knowledge also; a knowing him for themselves, and as their own; and such a knowledge or heart to know the Lord is a pure gift of his, and without which none can have it: and it may be observed, that in captivity it was given them; afflictions were the means of it; and happy it is when hereby men come to have a knowledge of God, and to be better acquainted with him, ( Psalms 92:12 ) ; and they shall be my people, and I will be their God;
that is, it shall appear that they are so, by the above blessings of grace and goodness bestowed upon them; the Lord hereby owning them for his people, and they hereby coming to know that he is their God: for,
or "when" F5 they shall return unto me with their whole heart;
affectionately, sincerely, and unfeignedly. It supposes that they had backslidden from God, his ways and worship; but now should return by sincere repentance to him, and to his worship, and obedience to his commands; so the Targum,

``for they shall return to my worship with their whole heart;''
all this will have an entire accomplishment in the latter day, when the Jews will be converted and turn to the Lord, and fear him and his goodness.
FOOTNOTES:

F5 (yla wbvy yk) "quum reversi fuerint ad me", Junius & Tremellius.

Jeremia 24:7 In-Context

5 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Gelijk die goede vijgen, alzo zal Ik kennen de gevankelijk weggevoerden van Juda, die Ik uit deze plaats naar het land der Chaldeen heb weggeschikt, ten goede.
6 En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken.
7 En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.
8 En gelijk de boze vijgen, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, den koning van Juda, mitsgaders zijn vorsten, en het overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven, en die in Egypteland wonen;
9 En Ik zal hen overgeven tot een beroering ten kwade, allen koninkrijken der aarde; tot smaadheid, en tot een spreekwoord, tot een spotrede, en tot een vloek, in al de plaatsen, waarhenen Ik hen gedreven zal hebben;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.