Jeremia 27:11

11 Maar het volk, dat zijn hals zal brengen onder het juk des konings van Babel, en hem dienen, datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en daarin wonen.

Jeremia 27:11 Meaning and Commentary

Jeremiah 27:11

But the nations that bring their neck under the yoke of the
king of Babylon, and serve him
That at once, and readily, submit unto him, and pay him tribute: those will I let remain still in their own land, saith the Lord;
undisturbed by any other enemy; peaceably dwelling in their own habitations; following their occupations and business of life; and enjoying their substance and estates, only paying the tax imposed on them: and they shall till it, and dwell therein;
manure and cultivate it, and gather and eat the fruit of it, and continue to do so, they and their posterity after them.

Jeremia 27:11 In-Context

9 Gijlieden dan, hoort niet naar uw profeten, en naar uw waarzeggers, en naar uw dromers, en naar uw guichelaars, en naar uw tovenaars, dewelke tot u spreken, zeggende: Gij zult den koning van Babel niet dienen.

10 Want zij profeteren u valsheid, om u verre uit uw land te brengen, en dat Ik u uitstote, en gij omkomt.

11 Maar het volk, dat zijn hals zal brengen onder het juk des konings van Babel, en hem dienen, datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en daarin wonen.

12 Daarna sprak ik tot Zedekia, den koning van Juda, naar al deze woorden, zeggende: Brengt uw halzen onder het juk des konings van Babel, en dient hem en zijn volk, zo zult gij leven.

13 Waarom zoudt gij sterven, gij en uw volk door het zwaard, door den honger en door de pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van het volk, dat den koning van Babel niet zal dienen.