Jeremia 32:11

11 En ik nam den koopbrief, die verzegeld was naar het gebod en de inzettingen, en den open brief;

Jeremia 32:11 Meaning and Commentary

Jeremiah 32:11

So I took the evidence of the purchase
The deed of purchase, the book or bill of sale, the instrument of the bargain, as before mentioned: [both] that which is sealed, [according] to the law and custom;
which was both sealed by the buyer and seller, and was sealed up, and not to be looked into by everyone, only when there might be a necessity; this was the original copy: and that which was open;
the counter part or copy of the former, which though signed and sealed as the other, yet not sealed up, but was open and exposed to view; either for the relations to see what was done, as some; or for the judges, as others, to ratify and make authentic: or, as is most probable, this copy was laid up in some public register, to have recourse unto upon any occasion; however it was, it was according to the laws and customs of those times, which Jeremiah carefully attended to: or, as others, it lay open for the witnesses to sign; so there are three distinct things; first the written contract; then that as signed and sealed by buyer and seller, according to law; and then as signed, but not sealed, by the witnesses.

Jeremia 32:11 In-Context

9 Dies kocht ik van Hanameel, mijns ooms zoon, het veld, dat bij Anathoth is; en ik woog hem het geld toe, zeventien zilveren sikkelen.

10 En ik onderschreef den brief en verzegelde dien, en deed het getuigen betuigen, als ik het geld op de weegschaal gewogen had.

11 En ik nam den koopbrief, die verzegeld was naar het gebod en de inzettingen, en den open brief;

12 En ik gaf den koopbrief aan Baruch, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameel, mijns ooms zoon, en voor de ogen der getuigen die den koopbrief hadden onderschreven; voor de ogen van al de Joden, die in het voorhof der bewaring zaten.

13 En ik beval Baruch voor hun ogen, zeggende: