Jeremia 32:19

19 Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen.

Jeremia 32:19 Meaning and Commentary

Jeremiah 32:19

Great in counsel, and mighty in word
Counsel belongs to him, and he does all things after the counsel of his will, all things in nature, providence, and grace; and such a display of his wisdom is there in all, that show him to be excellent in counsel; to excel all others; not only to be great, but to be the greatest in counsel; and who regularly and perfectly performs all that he has wisely contrived; his wisdom and his power are equal to each other; he forms the scheme of all that he does with the greatest wisdom, and accomplishes by his power all that he has purposed in his eternal mind; see ( Isaiah 28:29 ) ; for thine eyes [are] open upon all the ways of the sons of men;
all their thoughts, schemes, devices, and purposes; all their words and actions, every step they take, whether good or bad, they are all before ham, and manifest to him; he is God omniscient as well as God omnipotent; and he does not look upon men, and their ways and works, as an idle spectator or indifferent person, as unconcerned at what they do, letting them pass without calling them to an account for them, or without passing any judgment on them, or sentence concerning them; no, he is the Judge of all the earth, and he sits in the heavens and observes what is done on earth: to give everyone according to his ways, and according to the fruit of
his doings:
good things to good men for Christ's sake; and evil things to evil men, according to the just demerit of their sins and transgressions.

Jeremia 32:19 In-Context

17 Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk.
18 Gij, Die goedertierenheid doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen vergeldt in den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen!
19 Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen.
20 Gij, Die tekenen en wonderen gesteld hebt in Egypteland, tot op dezen dag, zo in Israel, als onder andere mensen, en hebt U een Naam gemaakt, als Hij is te dezen dage!
21 En hebt Uw volk Israel uit Egypteland uitgevoerd, door tekenen en door wonderen, en door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door grote verschrikking.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.