Johannes 12:47

47 En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.

Johannes 12:47 Meaning and Commentary

John 12:47

And if any man hear my words and believe not
Men may hear the Gospel of Christ, and not understand it; and they may understand it literally and grammatically, though not spiritually and experimentally, and not believe it; not so much as give credit or an assent to the truth of it, but reject and deny it; for though faith comes by hearing to some, it does not come to all: some receive no profit by hearing it, because it is not mixed with faith by them. The Alexandrian copy, and all the Oriental versions, and also Nonnus, read the last clause thus, "and keep [them] not"; or does not observe them, is negligent of them, and shows no regard, and yields not the obedience of faith to them; the sense is the same.

I judge him not;
I do not accuse him to the Father, nor do I condemn him, nor shall I take vengeance on him for so doing; meaning, that he should do none of these things now, though hereafter he will be a swift witness against him, and will convict and condemn him, and pass sentence on him, and execute it:

for I came not to judge the world, but to save the world.
Christ, at his first coming, came not under the character of a judge, but a Saviour; wherefore suitable to his character, and the end of his coming, he would not accuse, condemn, or judge any man, even the greatest unbelievers in him, and despisers of him, but would leave them to another day, when righteous judgment shall take place.

Johannes 12:47 In-Context

45 En die Mij ziet, die ziet Dengene, Die Mij gezonden heeft.
46 Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve.
47 En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.
48 Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.
49 Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.