Jozua 11:12

12 En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had.

Jozua 11:12 Meaning and Commentary

Joshua 11:12

And all the cities of those kings, and all the kings of them
did Joshua take
As particularly Madon, Shimron, and Achshaph, with others which he marched unto, after he had burnt Hazor; in which he took their kings, whither they had fled, or else he had taken them before in the pursuit:

and smote them with the edge of the sword;
both the kings and the inhabitants of those cities:

[and] he utterly destroyed them, as Moses the servant of the Lord
commanded;
so that, in doing what he did, he did not indulge a spirit of revenge, cruelty, and avarice, but had regard purely to the command of Moses, which was of God, ( Deuteronomy 7:1 Deuteronomy 7:2 ) .

Jozua 11:12 In-Context

10 En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en hij nam Hazor in, en haar koning sloeg hij met het zwaard; want Hazor was te voren het hoofd van al deze koninkrijken.

11 En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met vuur.

12 En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had.

13 Alleenlijk verbrandden de Israelieten geen steden, die op haar heuvelen stonden, behalve Hazor alleen; dat verbrandde Jozua.

14 En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israels voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had.