Leviticus 10:7

7 Gij zult ook uit de deur van de tent der samenkomst niet uitgaan, opdat gij niet sterft; want de zalfolie des HEEREN is op u. En zij deden naar het woord van Mozes.

Leviticus 10:7 Meaning and Commentary

Leviticus 10:7

And ye shall not go out from the door of the tabernacle of
the congregation, lest ye die
That is, they were not to relinquish the service of the sanctuary, on the account of the death of these relations of theirs, and through grief for it, but go on in it; not Aaron on account of his children, nor his sons on account of their brethren: from hence, says Ben Gersom, we learn, that whatsoever priest leaves his service, and goes out of the sanctuary, is guilty of death: some think the seven days of consecration were not quite over, during which time Aaron and his sons were obliged to continue there, on pain of death, ( Leviticus 8:33 Leviticus 8:35 ) but it is pretty plain those days were over, and that it was the day after the consecration was finished; see ( Leviticus 9:1 ) and (See Gill on Leviticus 10:2) wherefore this respects their continuance in the tabernacle on the day the above affair happened, and they were obliged to continue in and go through the service of the day, notwithstanding that:

for the anointing oil of the Lord is upon you;
a learned man ^F15 infers from hence, that this affair happened within the days of consecration, they being every day afresh anointed with oil, at least had it, with the blood of the sacrifices, sprinkled on them, on their garments, taking it in the strict sense, for the oil being still upon them; whereas it seems only to signify, that inasmuch as they were consecrated with oil to the priest's office, they were under obligation to continue and perform their service without being let or hindered by what had happened:

and they did according to the word of Moses;
they showed no tokens of mourning on account of the dead, and did not offer to go out of the tabernacle and leave their service.

---

FOOTNOTES:

F15 Clayton's Chronology of the Hebrew Bible, p. 353.

Leviticus 10:7 In-Context

5 Toen traden zij toe, en droegen hen, in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk als Mozes gesproken had.

6 En Mozes zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn zonen: Gij zult uw hoofden niet ontbloten, noch uw klederen verscheuren, opdat gij niet sterft, en grote toorn over de ganse vergadering kome; maar uw broederen, het ganse huis van Israel, zullen dezen brand, dien de HEERE aan gestoken heeft, bewenen.

7 Gij zult ook uit de deur van de tent der samenkomst niet uitgaan, opdat gij niet sterft; want de zalfolie des HEEREN is op u. En zij deden naar het woord van Mozes.

8 En de HEERE sprak tot Aaron, zeggende:

9 Wijn en sterken drank zult gij niet drinken, gij, noch uw zonen met u, als gij gaan zult in de tent der samenkomst, opdat gij niet sterft; het zij een eeuwige inzetting onder uw geslachten;