Leviticus 26:21

21 En zo gij met Mij in tegenheid wandelen zult, en Mij niet zult willen horen, zo zal Ik over u, naar uw zonden, zevenvoudig slagen toedoen.

Leviticus 26:21 Meaning and Commentary

Leviticus 26:21

And if ye walk contrary unto me
To his mind and will, to his laws, commands, and ordinances, showing no regard unto them by a walk and conversation agreeably to them, but neglecting and breaking them continually; or by chance, as the Targum of Jonathan, not with any intention and design to obey the Lord, and to honour and glorify him, but in a careless and indifferent manner, having no regard to the law of God, only now and then, as it happens, act according to it, but having no concern for the honour and glory of God: and will not hearken unto me;
to his voice in his laws and his precepts, or by his prophets, exhorting them to obedience to them: I will bring seven times more plagues upon you, according to your
sins;
greater and sorer punishments still, and these more frequently repeated, and in proportion to their transgressions of his righteous laws.

Leviticus 26:21 In-Context

19 Want Ik zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel als ijzer maken, en uw aarde als koper.
20 En uw macht zal ijdelijk verdaan worden; en uw land zal zijn inkomsten niet geven, en het geboomte des lands zal zijn vrucht niet geven.
21 En zo gij met Mij in tegenheid wandelen zult, en Mij niet zult willen horen, zo zal Ik over u, naar uw zonden, zevenvoudig slagen toedoen.
22 Want Ik zal onder u zenden het gedierte des velds, hetwelk u beroven, en uw vee uitroeien, en u verminderen zal; en uw wegen zullen woest worden.
23 Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn, maar met Mij in tegenheid wandelen;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.