Mattheüs 25:20

20 En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie, andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.

Mattheüs 25:20 Meaning and Commentary

Matthew 25:20

And so he that had received five talents
Or the greatest gifts: as this man is the first to whom his Lord gave any talents, and the first that went and traded with them; he is also the first that is reckoned with; who

came and brought other five talents:
he came freely and cheerfully, with a holy confidence and intrepidity of mind, and gave in his account very readily, both of what he had received, and of what he had gained;

saying, Lord, thou deliveredst unto me five talents, behold I have
gained besides them five talents more.
True ministers of the Gospel frankly own, that what gifts they have are delivered to them by Christ; and such are willing that he should have all returned to him, principal and increase: it is not to be imagined that this will be said in so many express words by them, nor will there be any need thereof; for Christ will not be ignorant of what they have been doing, and of what use they have been of; but the sense is, that as all will be manifest to Christ the searcher of hearts, with whom they have to do, so the account will stand fair and open; and it will be seen and known by all, that such and such faithful ministers of Christ have behaved in this agreeable manner, and have been thus and thus serviceable in his interest.

Mattheüs 25:20 In-Context

18 Maar die het ene ontvangen had, ging heen en groef in de aarde, en verborg het geld zijns heren.

19 En na een langen tijd kwam de heer van dezelve dienstknechten, en hield rekening met hen.

20 En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie, andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.

21 En zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren.

22 En die de twee talenten ontvangen had, kwam ook tot hem, en zeide: Heer, twee talenten hebt gij mij gegeven; zie, twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen.