Numberi 20:17

17 Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechterhand noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn.

Numberi 20:17 Meaning and Commentary

Numbers 20:17

Let us pass, I pray thee, through thy country
That being the nearest and shortest way to the land of Canaan, from the place where they now were:

we will not pass through the fields, or through the vineyards;
to harm them, and injure any man in his private property, by gathering the fruit of them, if the season of the year for it, or by trampling them down:

neither will we drink of the water of the wells;
which private persons had dug, for the watering of their fields and vineyards, and for other uses, at least without paying for it; or only of the waters of the rivers, common to all passengers; from hence it appears, that the country of Edom was not then such a barren country as in later times, and as travellers F3 now report it is; (See Gill on Malachi 1:3)

we will go by the king's highway;
not the way in which the king used to walk, or which he should order them to walk in, as Aben Ezra; but the public roads, common to all his subjects, and travellers to walk in by his allowance; and such roads are now called by us the king's highway:

we will not turn to the right hand, or to the left;
to do any injury to any person's property, but go straight forward:

until we have passed thy borders;
from one to another, and got quite through the country.


FOOTNOTES:

F3 See Shaw's Travels, 4. 438. Ed. 2.

Numberi 20:17 In-Context

15 Dat onze vaders naar Egypte afgetogen zijn, en wij in Egypte vele dagen gewoond hebben; en dat de Egyptenaars aan ons en onze vaderen kwaad gedaan hebben.
16 Toen riepen wij tot den HEERE, en Hij hoorde onze stem, en Hij zond een Engel, en Hij leidde ons uit Egypte; en ziet, wij zijn te Kades, en stad aan het uiterste uwer landpale.
17 Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechterhand noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn.
18 Doch Edom zeide tot hem: Gij zult door mij niet trekken, opdat ik niet misschien met het zwaard uitga u tegemoet!
19 Toen zeiden de kinderen Israels tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg optrekken, en indien wij van uw water drinken, ik en mijn vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.