Numberi 3:41

41 En gij zult voor Mij de Levieten nemen (Ik ben de HEERE!), in plaats van alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels, en de beesten der Levieten, in plaats van alle eerstgeborenen onder de beesten der kinderen Israels.

Numberi 3:41 Meaning and Commentary

Numbers 3:41

And thou shall take the Levites for me
For his service, to minister to his priests, and serve in his tabernacle:

I [am] the Lord;
who has a right to all, and can claim who he pleases for himself in a special manner, and therefore could and did take the Levites to himself:

instead of the firstborn among the children of Israel;
these he had taken to him before, and ordered to be sanctified unto him, and for whom a redemption price was paid to his priests for the support of them, and the tabernacle service, and now it was his will to make an exchange of these for the Levites:

and the cattle of the Levites, instead of all the firstling among the
cattle of the children of Israel:
every firstling of clean cattle was the Lord's, and given to his priests, and the firstlings of unclean cattle were redeemed with a lamb, and which were given to the same; and now instead of these he requires the cattle of the Levites; not that they should be deprived of their use of them, or that they should be taken and sacrificed, but that they should be with them devoted to him, and they should possess them in his right.

Numberi 3:41 In-Context

39 Alle getelden der Levieten, welke Mozes en Aaron, op het bevel des HEEREN, naar hun geslachten, geteld hebben, al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren twee en twintig duizend.

40 En de HEERE zeide tot Mozes: Tel alle eerstgeborenen, wat mannelijk is onder de kinderen Israels, van een maand oud en daarboven; en neem het getal hunner namen op.

41 En gij zult voor Mij de Levieten nemen (Ik ben de HEERE!), in plaats van alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels, en de beesten der Levieten, in plaats van alle eerstgeborenen onder de beesten der kinderen Israels.

42 Mozes dan telde, gelijk als de HEERE hem geboden had, alle eerstgeborenen onder de kinderen Israels.

43 En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig.