Numberi 34:2

2 Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij in het land Kanaan ingaat, zo zal dit land zijn, dat u ter erfenis vallen zal, het land Kanaan, naar zijn landpalen.

Numberi 34:2 Meaning and Commentary

Numbers 34:2

Command the children of Israel, and say unto them
Not to fix the borders, and settle the boundaries of the land, for that is done by the Lord himself, who has determined the times before appointed, and the bounds of men's habitations, and particularly of Israel, see ( Deuteronomy 32:8 ) , but to observe and take notice of the limits he had fixed, that they might know how far they were to go on every side, whom they were to drive out, and what they were to divide and inherit, and see what was their right, and preserve it from the encroachments of their neighbours, as well as observe the goodness of God unto them, in thus providing for them:

when ye come into the land of Canaan;
to take possession of it by virtue of a grant of it to them:

this is the land that shall fall unto you for an inheritance;
it is said to "fall", because it was divided by lot, each tribe having such a part of it assigned to them, according to the lot that came up unto them: even

the land of Canaan,
with the coasts thereof; or according to its borders, which are as follow.

Numberi 34:2 In-Context

1 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

2 Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij in het land Kanaan ingaat, zo zal dit land zijn, dat u ter erfenis vallen zal, het land Kanaan, naar zijn landpalen.

3 De zuiderhoek nu zal u zijn van de woestijn Zin, aan de zijden van Edom; en de zuider landpale zal u zijn van het einde der Zoutzee tegen het oosten;

4 En deze landpale zal u omgaan van het zuiden naar den opgang van Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en haar uitgangen zullen zijn, van het zuiden naar Kades-Barnea; en zij zal uitgaan naar Hazar-Addar, en doorgaan naar Azmon.

5 Voorts zal deze landpale omgaan van Azmon naar de rivier van Egypte, en haar uitgangen zullen zijn naar de zee.