Openbaring 11:10

10 En die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden.

Openbaring 11:10 Meaning and Commentary

Revelation 11:10

And they that dwell upon the earth
Out of which the beast arose, and over which he reigns, even the inhabitants of the Roman empire, often in this book called the earth, the followers of antichrist, men that mind nothing but earth, and earthly things: shall rejoice over them, and make merry, and shall send gifts one to
another;
as is usual with persons, and was with the Jews, to do in times of public rejoicing; see ( Esther 9:18 Esther 9:19 ) ( Nehemiah 8:10 Nehemiah 8:11 ) .

Because these two prophets tormented them that dwelt on the earth;
not because they were tormented by them, but because they were now freed from their tormenting ministry; they had tormented them by the preaching of the Gospel, which is foolishness, and the savour of death to natural men, and gives them pain, and fills them with vexation and wrath; by their testimony which they had bore for Christ, and against antichrist; by their sharp reproof of them for their false doctrine and will worship, and their impure lives and conversations; by their own holy lives, which would sometimes flash light into their consciences, and make them uneasy; and by their foretelling the calamities and ruin, temporal and eternal, that would come upon them; but now they are silenced, and they hear and see no more of these things at which they rejoice.

Openbaring 11:10 In-Context

8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.

9 En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen, en natien, zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven, en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden.

10 En die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden.

11 En na die drie dagen en een halven, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.

12 En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.