Zacharia 11:12

12 Want ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig zilverlingen.

Zacharia 11:12 Meaning and Commentary

Zechariah 11:12

And I said unto them, If ye think good
Not to the poor of the flock that waited on him, and knew the word of the Lord, and valued it; but to the other Jews that despised Christ and his Gospel:

give me my price;
or, "give my price" ^F9; what I am valued at by you, to Judas the betrayer: or the price due unto him for feeding the flock, such as faith in him, love to him, reverence and worship of him. So the Targum paraphrases it, "do my will". Kimchi says the price is repentance, and good works:

and if not, forbear;
unless all is done freely, willingly, and cheerfully; see ( Ezekiel 2:5 Ezekiel 2:7 ) or, if worth nothing, give nothing:

So they weighed for my price thirty [pieces] of silver;
the price a servant was valued at, ( Exodus 21:32 ) see the fulfilment of this prophecy in ( Matthew 26:15 ) . The Jews own ^F11 that this prophecy belongs to the Messiah; but wrongly interpret it of thirty precepts given by him: in just retaliation and righteous judgment, thirty Jews were sold by the Romans for a penny, by way of contempt of them ^F12.

---

FOOTNOTES:

F9 (yrbv wbh) "date mercedem meam", Vatablus, Calvin, Junius & Tremellius, Piscator, Cocceius.
F11 Bereshit Rabba, sect. 98. fol. 85. 3.
F12 Egesippus de Urb. excidio Anacep. p. 680.

Zacharia 11:12 In-Context

10 En ik nam mijn stok LIEFELIJKHEID, en ik verbrak denzelven, te niet doende mijn verbond, hetwelk ik met al deze volken gemaakt had.

11 Dus werd het te dien dage vernietigd, en alzo hebben de ellendigen onder de schapen, die op mij wachtten, bekend, dat het des HEEREN woord was.

12 Want ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig zilverlingen.

13 Doch de HEERE zeide tot mij: Werp ze henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik waard geacht ben geweest van hen! En ik nam die dertig zilverlingen, en wierp ze in het huis des HEEREN, voor den pottenbakker.

14 Toen verbrak ik mijn tweeden stok, SAMENBINDERS, te niet doende de broederschap tussen Juda en tussen Israel.