Zacharia 13:8

8 En het zal geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden, en den geest geven; maar het derde deel zal daarin overblijven.

Zacharia 13:8 Meaning and Commentary

Zechariah 13:8

And it shall come to pass, [that] in all the land, saith
the Lord
Either in all the land of Israel, as Kimchi interprets it; or rather in all the world, as Aben Ezra and others; for this prophecy seems to have respect, not to the calamities of the Jews at the destruction of Jerusalem, after the death of Christ, when a few were saved, a remnant according to the election of grace, yet so as by fire, for whose sake the days of tribulation were shortened; but to the external state of the church, and the trouble of it throughout Christendom, about the time of the destruction of antichrist: two parts therein shall be cut off [and] die;
all hypocrites, formalists, and outward court worshippers; who seem as if they would be at this time two thirds of the professors of true religion; who will not be able to stand the hour of temptation that will come upon all the earth, to try the inhabitants of it; which will be the last struggle of the beast of Rome, ( Revelation 3:10 ) but will be twice dead, plucked up by the roots; will die to the profession of religion, and be cut off from the people of God, and have no more a name with them: but the third shall be left therein;
the few names in Sardis, which have not defiled their garments; the hundred forty and four thousand that will stand with Christ, and by him, on Mount Zion, being redeemed from among men, ( Revelation 3:4 ) ( Revelation 14:1 Revelation 14:4 ) compare with this ( Revelation 16:19 ) .

Zacharia 13:8 In-Context

6 En zo iemand tot hem zegt: Wat zijn deze wonden in uw handen? zo zal hij zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik geslagen ben, in het huis mijner liefhebbers.

7 Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.

8 En het zal geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden, en den geest geven; maar het derde deel zal daarin overblijven.

9 En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God.