2 Corinthiërs 6:11

11 Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid.

2 Corinthiërs 6:11 Meaning and Commentary

2 Corinthians 6:11

O ye Corinthians
The apostle having exhorted the ministers of the church at Corinth to take care of their ministry, that they fulfil it, and that it might appear that the Gospel, and gifts fitting them to preach it, were not received in vain by them; all which he strengthens and encourages by his own example; and that of others, addresses the members of the church in a very pathetic manner, saying,

our mouth is open to you;
to speak our minds freely to you; we shall hide and conceal nothing from you, we shall deal with you with all plainness and faithfulness. This seems to refer unto, and pave the way for what he afterwards says about their unequal fellowship with unbelievers:

our heart is enlarged:
with love to you, and eager desires after your good; and it is from the abundance of our hearts, and hearty affection for you, that our mouth is open so freely to communicate to you.

2 Corinthiërs 6:11 In-Context

9 Als onbekenden, en nochtans bekend; als stervenden, en ziet, wij leven; als getuchtigd, en niet gedood;

10 Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende.

11 Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid.

12 Gij zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw ingewanden.

13 Nu, om dezelfde vergelding te doen,, ik spreek als tot mijn kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid.