Deuteronomium 31:25

25 Zo gebood Mozes den Levieten, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zeggende:

Deuteronomium 31:25 Meaning and Commentary

Deuteronomy 31:25

That Moses commanded the Levites
These were not the common Levites, but the priests who were also Levites, to whom the law was given, ( Deuteronomy 31:9 ) ; and none but they might touch the ark, or go so near it as, they are bid to do, to put the law on the side of it; so Aben Ezra; it follows,

which bare the ark of the covenant of the Lord;
as the priests are said to do, (See Gill on Deuteronomy 31:9); for though in journeying the Kohathites carried it, yet not until it was covered by the priests, for they must not touch it; as these must do when they put the law on the side of it, as they are ordered in ( Deuteronomy 31:26 ) .

saying;
as follows.

Deuteronomium 31:25 In-Context

23 En Hij gebood Jozua, den zoon van Nun, en zeide: Zijt sterk en heb goeden moed, want gij zult de kinderen Israels inbrengen in het land, dat Ik hun gezworen heb; en Ik zal met u zijn.

24 En het geschiedde, als Mozes voleind had de woorden dezer wet te schrijven in een boek, totdat zij voltrokken waren;

25 Zo gebood Mozes den Levieten, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zeggende:

26 Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des verbonds des HEEREN, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige tegen u.

27 Want ik ken uw wederspannigheid, en uw harden nek. Ziet, terwijl ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig geweest tegen den HEERE; hoe veel te meer na mijn dood!