Johannes 6:46

46 Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien.

Johannes 6:46 Meaning and Commentary

John 6:46

Not that any man hath seen the Father
This is said, lest it should be thought from the above words, that our Lord meant that men should be so taught of God, as that they should visibly see the Father, and vocally hear his voice, and be personally instructed by him; for his voice is not heard, nor his shape seen; see ( John 1:18 ) ( 5:37 ) ;

save he which is of God;
who is begotten of him, and of the same nature and perfections with him, though a distinct person from him, and who was always with him, and lay in his bosom:

he hath seen the Father;
has perfect knowledge of him, personal communion with him; has seen the perfections and glory of his person, and the thoughts, purposes, and counsels of his heart, his whole mind, and will, and all the grace, goodness, and mercy which is in him, and has declared it; see ( John 1:18 ) .

Johannes 6:46 In-Context

44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.

46 Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien.

47 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.

48 Ik ben het Brood des levens.