Leviticus 23:18

18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

Leviticus 23:18 Meaning and Commentary

Leviticus 23:18

And ye shall offer with the bread seven lambs without blemish,
of the first year
That is, with the two wave loaves, the meat or bread offering: and besides these,

and one young bullock, and two rams;
in ( Numbers 28:27 ) it is two young bullocks, and one ram; and Aben Ezra suggests, that this was at the will and option of the priest, whether one bullock and two rams, or two bullocks and one ram; but according to Maimonides ^F24, these sacrifices were distinct from them; they are sacrifices of the day, as being a feast day, and these belonged to the loaves; so that according to him, and so he expresses it, there were to be offered on this day, besides the daily sacrifices, three bullocks, three rams, and fourteen lambs, twenty beasts in all, for burnt offerings; and two goats for sin offerings to be eaten, and two lambs for peace offerings to be eaten; and with this account agrees Josephus ^F25, they sacrifice for burnt offerings, he says, three bullocks, and two rams, (or, as Dr. Bernard thinks, it should be read three rams,) and fourteen lambs, and two goats for sin offerings:

they shall be for a burnt offering unto the Lord, with their meat
offering, and their drink offering;
each of the said beasts were offered, unto the Lord on the altar of burnt offering, and burnt thereon; and to every beast they offered, there was a meat offering and a drink offering: the meat offering consisted of three tenth deals, or omers, of fine flour, to a bullock, two to a ram, and one to a lamb; and the drink offering was half an hin of wine to a bullock, the third part of one to a ram, and a fourth part to a lamb, as Jarchi observes, which appears from ( Numbers 28:12-14 ) ; [even] an offering made by fire of a sweet savour unto the Lord;
an acceptable burnt offering to God.

---

FOOTNOTES:

F24 Ut supra, (Hilchot Tamidin c. 8.) sect. 1.
F25 Antiqu. l. 3. c. 10. sect. 6.

Leviticus 23:18 In-Context

16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren.

17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE.

18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden

20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester.