Openbaring 1:12

12 En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;

Openbaring 1:12 Meaning and Commentary

Revelation 1:12

And I turned to see the voice that spake with me
The Complutensian edition reads, "and there I turned": and so the Arabic version; that is, to see who it was that spoke, from whom the voice came, and by whom it was uttered; see ( Exodus 20:18 ) ;

and being turned, I saw seven golden candlesticks;
which represented the seven churches, ( Revelation 1:20 ) ; in allusion to the seven lamps in the candlestick of the sanctuary, ( Exodus 25:37 ) ( Zechariah 4:2 ) ; compared to "candlesticks", for the use of them, which is to hold forth light; these have none of themselves, but what is put into them, and being put into them, they hold it forth; so the churches of Christ have no light of themselves, but what is put into them; and the light which is put into them, is not the mere light of nature, nor the law of Moses, but the Gospel of Christ; which dispels darkness, and is the means of enlightening sinners, and gives light to saints, by which they walk and work; and this light is put into the churches by Christ, whose the Gospel is, and who is himself come a light into the world; and being put here by him, it is held forth by them, especially by the ministers of it, who are the lights of the world, both by their ministry, and in their lives and conversations: and they are compared to "golden" candlesticks, because of their excellency, preciousness, and value, in the esteem of Christ; and for their brightness and purity in doctrine, discipline, and life; and for their splendour, glory, and beauty; and for their stability and duration; and though they are liable to corruption and taint, yet may be melted, refined, and purified as gold.

Openbaring 1:12 In-Context

10 En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,

11 Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.

12 En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;

13 En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel;

14 En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs;