Titus 3:2

2 Dat zij niemand lasteren, geen vechters zijn, maar bescheiden zijn, alle zachtmoedigheid bewijzende jegens alle mensen.

Titus 3:2 Meaning and Commentary

Titus 3:2

To speak evil of no man
As not of one another, so not of the men of the world, to the prejudice of their names and characters, which are tender things, and ought to be gently touched; nor of magistrates, principalities, and powers, of persons in dignity and authority, which the false teachers were not afraid to speak evil of, and by their principles and practices taught others to do the same:

to be no brawlers;
or "fighters", either by blows or words; not litigious and quarrelsome, wrangling and striving about things to no profit, and to the detriment and disturbance of civil government, churches, neighbourhood, and families; which is very unbecoming the followers of Jesus, who strove not, nor cried, nor was his voice heard in the streets. But gentle, showing all meekness to all men; yielding and giving way, rather choosing to suffer wrong than to brawl, contend, and litigate a point; taking the advice of Christ in ( Matthew 5:39-41 ) , carrying it in a meek and humble manner to men of all ranks and degrees, whether superior or inferior, rich or poor, bond or free, Jews or Gentiles, members of the church, or men of the world.

Titus 3:2 In-Context

1 Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid zijn;

2 Dat zij niemand lasteren, geen vechters zijn, maar bescheiden zijn, alle zachtmoedigheid bewijzende jegens alle mensen.

3 Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende.

4 Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,

5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;