Found 167 Results for esther
Esther 8:4
4
De koning nu reikte den gouden scepter
Esther toe. Toen rees
Esther op, en zij stond voor het aangezicht des konings.
Esther 5:2
2
En het geschiedde, toen de koning de koningin
Esther zag, staande in het voorhof, verkreeg zij genade in zijn ogen, zodat de koning den gouden scepter, die in zijn hand was,
Esther toereikte; en
Esther naderde, en roerde de spits des scepters aan.
Esther 2:22
22
En deze zaak werd Mordechai bekend gemaakt, en hij gaf ze de koningin
Esther te kennen; en
Esther zeide het den koning in Mordechai's naam.
Esther 4:15
15
Toen zeide
Esther, dat men Mordechai weder aanzeggen zou:
Esther 5:7
7
Toen antwoordde
Esther, en zeide: Mijn bede en verzoek is:
Esther 4:10
10
Toen zeide
Esther tot Hatach, en gaf hem bevel aan Mordechai:
Esther 4:12
12
En zij gaven de woorden van
Esther aan Mordechai te kennen.
Esther 5:5
5
Toen zeide de koning: Doet Haman spoeden, dat hij het bevel van
Esther doe. Als nu de koning met Haman tot den maaltijd, dien
Esther bereid had, gekomen was,
Esther 4:9
9
Hatach nu kwam, en gaf
Esther de woorden van Mordechai te kennen.
Esther 7:1
1
Toen de koning met Haman gekomen was, om te drinken met de koningin
Esther;
Esther 2:20
20
Esther nu had haar maagschap en haar volk niet te kennen gegeven, gelijk als Mordechai haar geboden had; want
Esther deed het bevel van Mordechai, gelijk als toen zij bij hem opgevoed werd.
Esther 4:17
17
Toen ging Mordechai henen, en hij deed naar alles, wat
Esther aan hem geboden had.
Esther 8:1
1
Te dienzelfden dage gaf de koning Ahasveros aan de koningin
Esther het huis van Haman, den vijand der Joden; en Mordechai kwam voor het aangezicht des konings, want
Esther had te kennen gegeven, wat hij voor haar was.
Esther 9:32
32
En het bevel van
Esther bevestigde de geschiedenissen van deze Purim, en het werd in een boek geschreven.
Esther 8:7
7
Toen zeide de koning Ahasveros tot de koningin
Esther en tot Mordechai, den Jood: Ziet, het huis van Haman heb ik
Esther gegeven, en hem heeft men aan de galg gehangen, omdat hij zijn hand aan de Joden geslagen had.
Esther 7:2
2
Zo zeide de koning tot
Esther, ook op den tweeden dag, op den maaltijd des wijns: Wat is uw bede, koningin
Esther? en zij zal u gegeven worden; en wat is uw verzoek? Het zal geschieden, ook tot de helft des koninkrijks.
Esther 5:4
4
Esther nu zeide: Indien het den koning goeddunkt, zo kome de koning met Haman heden tot den maaltijd, dien ik hem bereid heb.
Esther 2:10
10
Esther had haar volk en haar maagschap niet te kennen gegeven; want Mordechai had haar geboden, dat zij het niet zou te kennen geven.
Esther 7:6
6
En
Esther zeide: De man, de onderdrukker en vijand, is deze boze Haman! Toen verschrikte Haman voor het aangezicht des konings en der koningin.
Esther 6:14
14
Toen zij nog met hem spraken, zo kwamen des konings kamerlingen nabij, en zij haastten Haman tot den maaltijd te brengen, dien
Esther bereid had.