1 Koningen 22:10

10 De koning van Israel nu, en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

1 Koningen 22:10 Meaning and Commentary

1 Kings 22:10

And the king of Israel, and Jehoshaphat the king of Judah, sat
each on his throne
In great state and majesty:

having put on their robes;
their royal robes, which they wore when they appeared in pomp and grandeur:

in a void place in the entrance of the gate of Samaria;
where courts of judicature were held, and there was an open void space for the people to assemble in to hear; the word has the signification of a corn floor, and the Jews suppose they and their attendants sat in a semicircle like the half of a corn floor, after the same manner in which they say the sanhedrim at Jerusalem sat ^F15:

and all the prophets prophesied before them;
concerning this affair of going to Ramothgilead.

---

FOOTNOTES:

F15 T. Bab. Cholin, fol. 5. 1. Vid. Kimchium in loc.

1 Koningen 22:10 In-Context

8 Toen zeide de koning van Israel tot Josafat: Er is nog een man, om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad: Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: De koning zegge niet alzo!

9 Toen riep de koning van Israel een kamerling, en hij zeide: Haal haastelijk Micha, den zoon van Jimla.

10 De koning van Israel nu, en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

11 En Zedekia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt; en hij zeide: Zo zegt de HEERE: Met deze zult gij de Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult hebben.

12 En al de profeten profeteerden alzo, zeggende: Trek op naar Ramoth in Gilead, en gij zult voorspoedig zijn; want de HEERE zal hen in de hand des konings geven.