1 Koningen 8:14

14 Daarna wendde de koning zijn aangezicht om, en zegende de ganse gemeente van Israel; en de ganse gemeente van Israel stond.

1 Koningen 8:14 Meaning and Commentary

1 Kings 8:14

And the king turned his face about
He was before the altar, ( 1 Kings 8:22 ) , with his face to that first, and looking towards the holy and the most holy place, filled with the cloud and glory; and now he turned himself and stood with the altar behind him, and looking to the court of the people:

and blessed all the congregation of Israel;
either blessed the Lord before them, or prayed for blessings for them, or congratulated them upon the Lord's taking up his residence in the temple, which was so great an honour and favour to them:

and all the congregation of Israel stood:
ready to receive the king's blessing, and in honour of him, and reverence to the divine Being. The Jews say, none might sit in the court but the kings of the house of David.

1 Koningen 8:14 In-Context

12 Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen.

13 Ik heb immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.

14 Daarna wendde de koning zijn aangezicht om, en zegende de ganse gemeente van Israel; en de ganse gemeente van Israel stond.

15 En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met Zijn hand vervuld, zeggende:

16 Van dien dag af, dat Ik Mijn volk Israel uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.