1 Kronieken 27:23

23 Maar David nam het getal van die niet op, die twintig jaren oud en daar beneden waren; omdat de HEERE gezegd had, dat Hij Israel vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels.

1 Kronieken 27:23 Meaning and Commentary

1 Chronicles 27:23

But David took not the number of them from twenty years old
and under
Only those that were twenty years and upwards; but, according to Cornelius Bertram ^F11, he numbered them that were under twenty, though but sixteen, seventeen, eighteen, or nineteen years of age, provided they were of robust bodies, and of a tall stature, and able to bear arms; which he takes to be the sin of David, in numbering the people, being contrary to the law of God; yet though he had ordered them to be numbered, and they were, yet he would not take them and put them into the account of his chronicles, as in the next verse, that his sin might not be known, see ( 2 Samuel 24:9 )

because the Lord had said, he would increase Israel like to the stars
in the heavens;
which are not to be numbered, and therefore David sinned in attempting to number the people.

---

FOOTNOTES:

F11 Lucubrat. Franktall, c. 2.

1 Kronieken 27:23 In-Context

21 Over half Manasse, in Gilead, was Jiddo, de zoon van Zecharja; over Benjamin was Jaasiel, de zoon van Abner;

22 Over Dan was Azarel, de zoon van Jeroham. Dezen waren de oversten der stammen van Israel.

23 Maar David nam het getal van die niet op, die twintig jaren oud en daar beneden waren; omdat de HEERE gezegd had, dat Hij Israel vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels.

24 Joab, de zoon van Zeruja, had begonnen te tellen, maar hij voleindde het niet, omdat er deshalve een grote toorn over Israel gekomen was; daarom is het getal niet opgebracht in de rekening der kronieken van den koning David.

25 En over de schatten des konings was Azmaveth, de zoon van Adiel; en over de schatten op het land, in de steden, en in de dorpen, en in de torens, was Jonathan, de zoon van Uzzia.