1 Samuël 2:19

19 En zijn moeder maakte hem een kleinen rok, en bracht hem dien van jaar tot jaar, als zij opkwam met haar man, om het jaarlijkse offer te offeren.

1 Samuël 2:19 Meaning and Commentary

1 Samuel 2:19

Moreover, his mother made him a little coat
Suitable to his stature; this was an outer coat to wear over others, and this also was such an one as the priests wore; it is the same word that is used for the priest's robe, ( Exodus 28:4 ) , and this, it is very likely, was altogether of her own spinning, and weaving, and making up; which were works women did in those times: and this Hannah did partly out of her great love to her son Samuel, and partly to lessen the expense that Eli, or the congregation, were at in the maintenance of him; and the Talmudists ^F17 observe, that a priest might wear a garment, and minister in it, if his mother made it; and they give instances of priests, Ishmael and Eleazar, for whom their mothers made garments:

and brought it to him from year to year;
for it seems this was only to be worn at festivals, and not on common days; and therefore she did not leave it with him, but took it home with her, and brought it again at the returning festival:

when she came up with her husband to offer the yearly sacrifice:
whether at the passover, or at Pentecost, or at the feast of tabernacles; and it is very probable she came with her husband at them all, yearly; for though she was not by the law obliged thereunto, yet her religious zeal and devotion, and her great desire to see her son as often as she could, induced her to come.

---

FOOTNOTES:

F17 T. Bab. Yoma, fol. 25. 1.

1 Samuël 2:19 In-Context

17 Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot voor het aangezicht des HEEREN; want de lieden verachtten het spijsoffer des HEEREN.

18 Doch Samuel diende voor het aangezicht des HEEREN, zijnde een jongeling, omgord met den linnen lijfrok.

19 En zijn moeder maakte hem een kleinen rok, en bracht hem dien van jaar tot jaar, als zij opkwam met haar man, om het jaarlijkse offer te offeren.

20 En Eli zegende Elkana, en zijn huisvrouw, en zeide: De HEERE geve u zaad uit deze vrouw voor de bede, die zij den HEERE afgebeden heeft. En zij gingen naar zijn plaats.

21 Want de HEERE bezocht Hanna, en zij werd bevrucht, en baarde drie zonen en twee dochters; en de jongeling Samuel werd groot bij den HEERE.