1 Samuël 3:6

6 Toen riep de HEERE Samuel wederom; en Samuel stond op; en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Hij dan zeide: Ik heb u niet geroepen, mijn zoon; keer weder, leg u neder.

1 Samuël 3:6 Meaning and Commentary

1 Samuel 3:6

And the Lord called yet again,
Samuel Called him a second time by his name, with a like audible voice as before:

and Samuel arose, and went to Eli;
did not run as before, being perhaps more thoughtful of this affair, that he should be called a second time, and careful not to awake Eli, should he be mistaken again, and find him asleep:

and said, here am I, for thou didst call me;
perceiving that he was awake, he desired to know what he wanted, and he was ready to help him; for he was now certain of it that he did call him:

and he answered, I called not, my son, lie down again;
by this appellation, my son, he expresses his affection to him, and signifies he took it kindly that he should show such readiness to do anything for him and would not have him be discouraged and abashed, because he was mistaken, but return to his bed and rest again.

1 Samuël 3:6 In-Context

4 Dat de HEERE Samuel riep; en hij zeide: Zie, hier ben ik.

5 En hij liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Doch hij zeide: Ik heb niet geroepen, keer weder, leg u neder. En hij ging heen en legde zich neder.

6 Toen riep de HEERE Samuel wederom; en Samuel stond op; en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Hij dan zeide: Ik heb u niet geroepen, mijn zoon; keer weder, leg u neder.

7 Doch Samuel kende de HEERE nog niet; en het woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard.

8 Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.