2 Koningen 13:16

16 En hij zeide tot den koning van Israel: Leg uw hand aan den boog, en hij leide zijn hand daaraan; en Elisa leide zijn handen op des konings handen.

2 Koningen 13:16 Meaning and Commentary

2 Kings 13:16

And he said unto the king of Israel, put thine hand upon the
bow, and he put his hand upon it
His left hand:

and Elisha put his hands upon the king's hands;
on both his hands, which were put, the one on the bow, the other on the arrow F13; hereby signifying, that though the king would draw the bow in battle, the Lord, whom the prophet represented, would give the success; and that it would be by his help, and through his blessing on his arms, that he would obtain victory over his enemies.


FOOTNOTES:

F13 See Virgil. Aeneid. 11. ver. 831, 862.

2 Koningen 13:16 In-Context

14 Elisa nu was krank geweest van zijn krankheid, van dewelke hij stierf; en Joas, de koning van Israel, was tot hem afgekomen, en had geweend over zijn aangezicht, en gezegd: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren!
15 En Elisa zeide tot hem: Neem een boog en pijlen. En hij nam tot zich een boog en pijlen.
16 En hij zeide tot den koning van Israel: Leg uw hand aan den boog, en hij leide zijn hand daaraan; en Elisa leide zijn handen op des konings handen.
17 En hij zeide: Doe het venster open tegen het oosten. En hij deed het open. Toen zeide Elisa: Schiet. En hij schoot. En hij zeide: Het is een pijl der verlossing des HEEREN, en een pijl der verlossing tegen de Syriers; want gij zult de Syriers slaan in Afek, tot verdoens toe.
18 Daarna zeide hij: Neem de pijlen. En hij nam ze. Toen zeide hij tot den koning van Israel: Sla tegen de aarde. En hij sloeg driemaal; daarna stond hij stil.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.