2 Koningen 15:25

25 En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde hij hem, en werd koning in zijn plaats.

2 Koningen 15:25 Meaning and Commentary

2 Kings 15:25

But Pekah the son of Remaliah, a captain of his
The word signifies a "third" man, the third to the king, as some think; Josephus


FOOTNOTES:

F1 calls him a "chiliarch", one that had the command of a thousand men:

conspired against him, and smote him in Samaria, in the palace of the
king's house;
Josephus F2 says it was at a banquet:

with Argob, and Arieh;
whom, according to Abarbinel, Pekah slew with the king, being mighty men, who were always about him; but they seem rather to be conspirators with Pekah, and assisting to him in smiting the king; the former of these, Ben Gersom thinks, was governor of Argob, a country on the other side Jordan, and the latter had his name from his fortitude, which signifies a lion:

and with him fifty men of the Gileadites;
which may seem to strengthen the above notion concerning Argob, since the Gileadites were of the same side of Jordan, and were near Argob, see ( Deuteronomy 3:13 )

and he killed him, and reigned in his room,
as his father killed Shallum, and reigned in his stead.


F1 Ut supra. (Antiqu. l. 9. c. 11. sect. 1.)
F2 Ibid.

2 Koningen 15:25 In-Context

23 In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel, en regeerde twee jaren te Samaria.
24 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed.
25 En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde hij hem, en werd koning in zijn plaats.
26 Het overige nu der geschiedenissen van Pekahia, en al wat hij gedaan heeft, ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel.
27 In het twee en vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekah, de zoon van Remalia, koning over Israel, en regeerde twintig jaren te Samaria.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.