2 Koningen 22:20

20 Daarom zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al het kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij brachten den koning het antwoord weder.

2 Koningen 22:20 Meaning and Commentary

2 Kings 22:20

Behold therefore, I will gather thee unto thy fathers
To his godly ancestors, to share with them in eternal life and happiness; otherwise it could be no peculiar favour to die in common, as his fathers did, and be buried in their sepulchres:

and thou shall be gathered into thy grave in peace;
in a time of public peace and tranquillity; for though he was slain in battle with the king of Egypt, yet it was what he was personally concerned in, and it was not a public war between the two kingdoms, and his body was carried off by his servants, and was peaceably interred in the sepulchre of his ancestors, ( 2 Kings 23:29 2 Kings 23:30 ) , as well as he died in spiritual peace, and entered into eternal peace, which is the end of the perfect and upright man, as he was, ( Psalms 37:37 ) but this chiefly regards his not living to be distressed with the calamities of his nation and people, as follows:

and thine eyes shall not see all the evil which I will bring upon this
place:
he being removed first, though it came upon it in the days of his sons:

and they brought the king word again;
of what Huldah the prophetess had said unto them.

2 Koningen 22:20 In-Context

18 Maar tot den koning van Juda, die u gezonden heeft, om den HEERE te vragen, alzo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij gehoord hebt;

19 Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor het aangezicht des HEEREN vernederd hebt, als gij hoordet, wat Ik gesproken heb tegen deze plaats en derzelver inwoners, dat zij tot een verwoesting en vloek zullen worden, en dat gij uw klederen gescheurd en voor Mijn aangezicht geweend hebt; zo heb Ik u ook verhoord, spreekt de HEERE.

20 Daarom zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al het kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij brachten den koning het antwoord weder.