2 Kronieken 20:16

16 Trekt morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel.

2 Kronieken 20:16 Meaning and Commentary

2 Chronicles 20:16

Tomorrow go ye down against them
This was the fast day, and so not proper to march out in, but on the morrow they might go out with great confidence and intrepidity; and as Jerusalem was situated on an eminence, they are directed to go down: behold, they come up by the cliff of Ziz;
a steep hill, so called from the flowers upon it: and ye shall find them at the end of the brook;
on the bank of Kidron, according to Beckius, which seems not likely to be meant, since they went as far as the wilderness of Tekoa, ( 2 Chronicles 20:20 ) , before the wilderness of Jeruel;
the same with that of Tekoa, or near it.

2 Kronieken 20:16 In-Context

14 Toen kwam de Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den zoon van Matthanja, den Leviet, uit de zonen van Asaf;
15 En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.
16 Trekt morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel.
17 Gij zult in dezen strijd niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het heil des HEEREN met u, o Juda en Jeruzalem! Vreest niet, en ontzet u niet, gaat morgen uit, hun tegen, want de HEERE zal met u wezen.
18 Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.