2 Kronieken 21:19

19 Dit geschiedde van jaar tot jaar, zodat, wanneer de tijd van het einde der twee jaren uitging, zijn ingewanden met de krankheid uitgingen, dat hij stierf van boze krankheden; en zijn volk maakte hem gene branding, als de branding zijner vaderen.

2 Kronieken 21:19 Meaning and Commentary

2 Chronicles 21:19

And it came to pass that in process of time, after the end of
two years
So long he was afflicted and tortured with the above disease:

his bowels fell out by reason of his sickness;
either in like manner as Judas's did, ( Acts 1:18 ) or as in the manner the bowels of Arius are said to do, while sitting on the seat of the vault ^F1; or perhaps only what was contained in the bowels is meant, if it was the colic:

so he died of sore diseases;
he seems to have had a complication of them, and these very painful and distressing:

and the people made no burning for him, like the burnings of his
fathers;
as they did for his grandfather Asa, ( 2 Chronicles 16:14 ) , they did not burn spices or odoriferous wood, as the Targum; though his body, because of the stench of it, needed it, as Jarchi observes.

---

FOOTNOTES:

F1 Sozomen. Eccl. Hist. l. 2. c. 29, 30.

2 Kronieken 21:19 In-Context

17 Die togen op in Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, die in het huis des konings gevonden werd, zelfs ook zijn kinderen, en zijn vrouwen; zodat hem geen zoon overgelaten werd, dan Joahaz, de kleinste zijner zonen.

18 En na dit alles plaagde hem de HEERE in zijn ingewand met een krankheid, daar geen genezen aan was.

19 Dit geschiedde van jaar tot jaar, zodat, wanneer de tijd van het einde der twee jaren uitging, zijn ingewanden met de krankheid uitgingen, dat hij stierf van boze krankheden; en zijn volk maakte hem gene branding, als de branding zijner vaderen.

20 Hij was twee en dertig jaren oud, als hij koning werd, en regeerde acht jaren te Jeruzalem; en hij ging henen zonder begeerd te zijn; en zij begroeven hem in de stad Davids, maar niet in de graven der koningen.