2 Kronieken 28:15

15 De mannen nu, die met namen uitgedrukt zijn, maakten zich op, en grepen de gevangenen, en kleedden van den roof al hun naakten; en zij kleedden hen, en schoeiden hen, en spijsden hen, en drenkten hen, en zalfden hen, en voerden ze op ezelen, allen die zwak waren, en brachten hen te Jericho, de Palmstad, bij hun broederen; daarna keerden zij weder naar Samaria.

2 Kronieken 28:15 Meaning and Commentary

2 Chronicles 28:15

And the men that were expressed by name rose up
Either those before named, ( 2 Chronicles 28:12 ) as Jarchi, and so the Vulgate Latin version; or such as they pitched upon, nominated, and appointed:

and took the captives, and with the spoil clothed all that were naked
among them, and arrayed them, and shod them;
put clothes on their backs, and shoes on their feet, who either were taken or carried away before they could put on their garments, or had been stripped of them:

and gave them to eat, and drink, and anointed them;
not only fed them, being hungry and thirsty, but anointed them for refreshment after travelling; the Targum is, "washed them", from dirt and filth contracted by travelling:

and carried all the feeble of them on asses;
women and children that were not able to walk afoot so far back again:

and brought them to Jericho, the city of palm trees, to their brethren;
a city on the borders both of Judah and Israel, and famous for the number of palm trees near it, see ( Judges 1:16 ) in all which these inhabitants of Samaria acted the part of the good Samaritan, ( Luke 10:33 Luke 10:34 ) ,

then they returned to Samaria:
the prophet, with the princes, and the army, and the whole congregation.

2 Kronieken 28:15 In-Context

13 En zij zeiden tot hen: Gij zult deze gevangenen hier niet inbrengen, tot een schuld over ons tegen den HEERE; denkt gijlieden toe te doen tot onze zonden en tot onze schulden, hoewel wij vele schulden hebben, en de hitte des toorns over Israel is?
14 Toen lieten de toegerusten de gevangenen en de roof voor het aangezicht der oversten en der ganse gemeente.
15 De mannen nu, die met namen uitgedrukt zijn, maakten zich op, en grepen de gevangenen, en kleedden van den roof al hun naakten; en zij kleedden hen, en schoeiden hen, en spijsden hen, en drenkten hen, en zalfden hen, en voerden ze op ezelen, allen die zwak waren, en brachten hen te Jericho, de Palmstad, bij hun broederen; daarna keerden zij weder naar Samaria.
16 Ter zelfder tijd zond de koning Achaz tot de koningen van Assyrie, dat zij hem helpen zouden.
17 Daarenboven waren ook de Edomieten gekomen, en hadden Juda geslagen en gevangenen gevankelijk weggevoerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.