2 Kronieken 30:9

9 Want als gij u bekeert tot den HEERE, zullen uw broederen en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen, die hen gevangen hebben, zodat zij in dit land zullen wederkomen; want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.

2 Kronieken 30:9 Meaning and Commentary

2 Chronicles 30:9

For if ye turn again unto the Lord
To the fear or worship of the Lord, as the Targum:

your brethren and your children shall find compassion before them that
lead them captive, so that they shall come again into this land;
who had been carried away by Tiglathpileser, see ( Psalms 106:46 ) ,

for the Lord your God is gracious and merciful;
so he had proclaimed his name, as they must know, ( Exodus 34:6 ) ,

and will not turn away his face from you;
in wrath and anger; or withdraw his Shecaniah from you, as the Targum; his gracious and glorious presence:

if ye return unto him;
his fear and worship, as the same paraphrase.

2 Kronieken 30:9 In-Context

7 En zijt niet als uw vaders en als uw broeders, die tegen den HEERE, den God hunner vaderen, overtreden hebben; waarom Hij hen tot verwoesting overgegeven heeft, gelijk als gij ziet.

8 Verhardt nu ulieder nek niet, gelijk uw vaderen; geeft den HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom, hetwelk Hij geheiligd heeft tot in eeuwigheid, en dient den HEERE, uw God; zo zal de hitte Zijns toorns van u afkeren.

9 Want als gij u bekeert tot den HEERE, zullen uw broederen en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen, die hen gevangen hebben, zodat zij in dit land zullen wederkomen; want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.

10 Zo gingen de lopers door, van stad tot stad, door het land van Efraim en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten hen, en bespotten hen.

11 Evenwel verootmoedigden zich sommigen van Aser, en Manasse, en van Zebulon, en kwamen te Jeruzalem.