2 Samuël 18:22

22 Doch Ahimaaz, Zadoks zoon, voer nog voort en zeide tot Joab: Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nu heenlopen, mijn zoon! Zo gij toch geen bekwame boodschap hebt?

2 Samuël 18:22 Meaning and Commentary

2 Samuel 18:22

Then said Ahimaaz the son of Zadok yet again to Joab
He could not be easy, even though a messenger was dispatched, but pressed Joab still:

but howsoever, let me, I pray thee, also run after Cushi;
only permit me to go after him, though not as a messenger:

and Joab said, wherefore wilt thou run, my son?
having a great affection for him, and concerned that he should take trouble on him to no purpose:

seeing thou hast no tidings ready;
no news to carry, but what Cushi is gone with, and so can have no audience of the king, nor any reward from him.

2 Samuël 18:22 In-Context

20 Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is.
21 En Joab zeide tot Cuschi: Ga heen, en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep heen.
22 Doch Ahimaaz, Zadoks zoon, voer nog voort en zeide tot Joab: Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nu heenlopen, mijn zoon! Zo gij toch geen bekwame boodschap hebt?
23 Wat het ook zij, zeide hij, laat mij heenlopen; zo zeide hij tot hem: Loop heen. En Ahimaaz liep den weg van het effen veld, en kwam Cuschi voorbij.
24 David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.