2 Samuël 2:22

22 Toen voer Abner wijders voort, zeggende tot Asahel: Wijkt af van achter mij; waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen voor uw broeder Joab?

2 Samuël 2:22 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:22

And Abner said again to Asahel
Being loath to dispatch him:

turn thee aside from following me, wherefore should I smite thee to the
ground?
which was giving him fair warning, and letting him know what he must expect, if he did not desist from his pursuit:

how then should I hold up my face to Joab thy brother?
the general of David's army, a stout valiant commander, a man of spirit and resentment, whom Abner knew full well, and that should he slay his brother, he would never be friendly with him, or look pleasantly on him; he would never forgive him, but seek ways and means to avenge his blood on him and by this it seems as if Abner was conscious to himself that he was in a wrong cause, that the kingdom was of right David's, and would be his, and he must be obliged to make peace with him; when he should stand in need of Joab as his friend, which he could not expect, if he slew his brother, nor to live in favour and friendship with him hereafter.

2 Samuël 2:22 In-Context

20 Toen zag Abner achter zich om, en zeide: Zijt gij dit, Asahel? En hij zeide: Ik ben het.
21 En Abner zeide tot hem: Wijk tot uw rechterhand of tot uw linkerhand, en grijp u een van die jongens, en neem voor u hun gewaad; maar Asahel wilde niet afwijken van achter hem.
22 Toen voer Abner wijders voort, zeggende tot Asahel: Wijkt af van achter mij; waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen voor uw broeder Joab?
23 Maar hij weigerde af te wijken. Zo sloeg hem Abner met het achterste van de spies aan de vijfde rib, dat de spies van achter hem uitging; en hij viel aldaar, en stierf op zijn plaats. En het geschiedde, dat allen, die tot de plaats kwamen, alwaar Asahel gevallen en gestorven was, staan bleven.
24 Maar Joab en Abisai jaagden Abner achterna; en de zon ging onder, als zij gekomen waren tot den heuvel van Amma, dewelke is voor Giach, op den weg der woestijn van Gibeon.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.