2 Samuël 24:21

21 En Arauna zeide: Waarom komt mijn heer de koning tot zijn knecht? En David zeide: Om dezen dorsvloer van u te kopen, om den HEERE een altaar te bouwen, opdat deze plage opgehouden worde van over het volk.

2 Samuël 24:21 Meaning and Commentary

2 Samuel 24:21

And Araunah said, wherefore is my lord the king come to his
servant?
&c.] Which both implies admiration in him, that so great a person should visit him in his threshingfloor; that a king should come to a subject his servant, who should rather have come to him, and would upon the least intimation; it was a piece of condescension he marvelled at; and it expresses a desire to know his pleasure with him, supposing it must be something very urgent and important, that the king should come himself upon it: and to this David made answer,

and David said,
what he was come for:

to buy the threshingfloor of thee, to build an altar to the Lord, that
the plague may be stayed from the people;
for though David had acknowledged his sin, and God had repented of the evil he inflicted for it, and given orders for stopping it; yet he would have an altar built, and sacrifices offered, to show that the only way to have peace, and pardon, and safety from ruin and destruction, deserved by sin, is through the expiatory sacrifice of Christ, of which fill sacrifices were typical, and were designed to lead the faith of the Lord's people to that.

2 Samuël 24:21 In-Context

19 Alzo ging David op naar het woord van Gad, gelijk als de HEERE geboden had.
20 En Arauna zag toe, en zag den koning en zijn knechten tot zich overkomen; zo ging Arauna uit, en boog zich voor den koning met zijn aangezicht ter aarde.
21 En Arauna zeide: Waarom komt mijn heer de koning tot zijn knecht? En David zeide: Om dezen dorsvloer van u te kopen, om den HEERE een altaar te bouwen, opdat deze plage opgehouden worde van over het volk.
22 Toen zeide Arauna tot David: Mijn heer de koning neme en offere, wat goed is in zijn ogen; zie, daar de runderen ten brandoffer, en de sleden en het rundertuig tot hout.
23 Dit alles gaf Arauna, de koning, aan den koning. Voorts zeide Arauna tot den koning: De HEERE uw God neme een welgevallen in u!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.