Amos 9:3

3 En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten.

Amos 9:3 Meaning and Commentary

Amos 9:3

And though they hide themselves in the top of Carmel
One of the highest mountains in the land of Israel; in the woods upon it, and caves in it: I will search and take them out from thence:
by directing their enemies where to find them: so the Targum,

``if they think to be hid in the tops of the towers of castles, thither will I command the searchers, and they shall search them:''

and though they be hid from my sight in the bottom of the sea;
get into ships, going by sea to distant parts; or make their escape to isles upon the sea afar off, where they may think themselves safe: thence will I command the serpent, and he shall bite them;
the dragon that is in the sea, ( Isaiah 27:1 ) ; the great whale in the sea, or the leviathan, so Aben Ezra, Kimchi, and Ben Melech; and is that kind of whale which is called the "Zygaena", as Bochart ^F23 thinks; and which he, from various writers, describes as very monstrous, horrible, and terrible, having five rows of teeth, and very numerous; and which not only devours other large fishes, but men swimming it meets with; and, having such teeth, with great propriety may be said to bite. It appears from hence that there are sea serpents, as well as land ones, to which the allusion is. Erich Pantoppidan, the present bishop of Bergen ^F24, speaks of a "see ormen", or sea snake, in the northern seas, which he describes as very monstrous and very terrible to seafaring men, being of seven or eight folds, each fold a fathom distant; nay, of the length of a cable, a hundred fathom, or six hundred English feet; yea, of one as thick as a pipe of wine, with twenty five folds. Some such terrible creature is here respected, though figuratively understood, and designs some crafty, powerful, and cruel enemy. The Targum paraphrases it, though hid

``in the isles of the sea, thither will I command the people strong like serpents, and they shall kill them;''

see ( Psalms 139:9 ) .

---

FOOTNOTES:

F23 Hierozoic. par. 2. l. 5. c. 13. p. 747.
F24 Natural History of Norway, par. 2. p. 198, 199, 207.

Amos 9:3 In-Context

1 Ik zag den Heere staan op het altaar, en Hij zeide: Sla dien knoop, dat de posten beven, en doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun achterste met het zwaard doden; en vliedende zal onder hen niet ontvlieden, noch de ontkomende onder hen behouden worden.

2 Al groeven zij tot in de hel, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen.

3 En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten.

4 En al gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden, zo zal Ik vandaar het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn oog tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede.

5 Want de Heere HEERE der heirscharen is het, Die het land aanroert, dat het versmelte, en allen, die daarin wonen, treuren; en dat het geheel oprijze als een rivier, en verdronken worde als door de rivier van Egypte.