Daniël 5:22

22 En gij, Belsazar, zijn zoon! hebt uw hart niet vernederd, alhoewel gij dit alles wel geweten hebt.

Daniël 5:22 Meaning and Commentary

Daniel 5:22

And thou his son, O Belshazzar
His grandson; (See Gill on Daniel 5:1): hast not humbled thine heart;
so as to acknowledge the most high God, and his dependence on him; to own him as his Sovereign, by whom he held his crown and kingdom, and to whom he was accountable; but, on the contrary, lifted up his heart in pride and haughtiness against him: though thou knewest all this;
either by the relation of others, his father and mother, and others; or being an eyewitness of it himself; wherefore his sin was the more aggravated, since he had had an example before him of pride being humbled in a very awful manner, and yet took no warning by it.

Daniël 5:22 In-Context

20 Maar toen zich zijn hart verhief, en zijn geest verstijfd werd ter hovaardij, werd hij van den troon zijns koninkrijks afgestoten, en men nam de eer van hem weg.
21 En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen; men gaf hem gras te smaken gelijk den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil.
22 En gij, Belsazar, zijn zoon! hebt uw hart niet vernederd, alhoewel gij dit alles wel geweten hebt.
23 Maar gij hebt u verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt.
24 Toen is dat deel der hand van Hem gezonden, en dit schrift getekend geworden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.