Deuteronomium 14:19

19 Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.

Deuteronomium 14:19 Meaning and Commentary

Deuteronomy 14:19

And every creeping thing that flieth is unclean
Which the Targum of Jonathan thus paraphrases;

``all flies and wasps (or hornets), and worms of lentiles and of beans, which are separated from food, and fly as birds, they are unclean;''

(See Gill on Leviticus 11:20), (See Gill on Leviticus 11:21).

Deuteronomium 14:19 In-Context

17 En de roerdomp, en de pelikaan, en het duikertje;
18 En de ooievaar, en de reiger naar zijn aard; en de hop, en de vledermuis;
19 Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.
20 Al het rein gevogelte zult gij eten.
21 Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.