Deuteronomium 24:7

7 Wanneer iemand gevonden zal worden, die een ziel steelt uit zijn broederen, uit de kinderen Israels, en drijft gewin met hem, en verkoopt hem; zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen.

Deuteronomium 24:7 Meaning and Commentary

Deuteronomy 24:7

If a man be found stealing any of his brethren of the children
of Israel
Whether grown up or little, male or female, an Israelite or a proselyte, or a freed servant; all, as Maimonides F6 says, are included in this general word "brethren"; though Aben Ezra observes, that it is added, "of the children of Israel", for explanation, since an Edomite is called a "brother". Now, a man must be "found" committing this fact; that is, it must plainly appear, there must be full proof of it by witnesses, as Jarchi explains this word:

and maketh merchandise of him;
or rather uses him as a servant, and employs him in any service to the least profit and advantage by him, even to the value of a farthing; yea, if he does but lean upon him, and he supports him, though he is an old man that is stolen; this is serving a man's self by him, as Maimonides F7, which is what is forbidden as distinct from selling him, as follows:

or selleth him:
to others; and both these, according to the above writer F8, using him for service, and selling him, are necessary to make him guilty of death; not the one without the other; but reading them disjunctively, as we do, gives the better sense of the words:

then that thief shall die;
by strangling with a napkin, as the Targum of Jonathan; and so Maimonides F9 says, his death is by strangling:

and thou shall put evil away from among you;
both him that does evil, as the Targum of Jonathan, and the guilt of it by inflicting due punishment for it; and so deter from such practices, and prevent evil coming upon the body of the people, should such a sin be connived at; see ( Exodus 21:16 ) .


FOOTNOTES:

F6 Hichot Genibah, c. 9. sect. 6.
F7 Ib. sect. 2.
F8 Ib. sect. 3.
F9 Hilchot Genibah, c. 9. sect. 1. So R. Sol. Urbin. Ohel Moed, fol. 67. 1. interprets it of service.

Deuteronomium 24:7 In-Context

5 Wanneer een man een nieuwe vrouw zal genomen hebben, die zal in het heir niet uittrekken, en men zal hem geen last opleggen; een jaar lang zal hij vrij zijn in zijn huis, en zijn vrouw, die hij genomen heeft, verheugen.
6 Men zal beide molenstenen, immers den bovensten molensteen, niet te pand nemen; want hij neemt de ziel te pand.
7 Wanneer iemand gevonden zal worden, die een ziel steelt uit zijn broederen, uit de kinderen Israels, en drijft gewin met hem, en verkoopt hem; zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen.
8 Wacht u in de plaag der melaatsheid, dat gij naarstiglijk waarneemt en doet naar alles, wat de Levietische priesteren ulieden zullen leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij waarnemen te doen.
9 Gedenkt, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan Mirjam, op den weg, als gij uit Egypte waart uitgetogen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.