Deuteronomium 30:12

12 Het is niet in den hemel, om te zeggen: Wie zal voor ons ten hemel varen, dat hij het voor ons hale, en ons hetzelve horen late, dat wij het doen?

Deuteronomium 30:12 Meaning and Commentary

Deuteronomy 30:12

It [is] not in heaven
The scheme of it was formed in heaven, it was hid in the heart of God there, before revealed; it was ordained before the world was for our glory; it was brought down from thence by Christ, and committed to his apostles and ministers of the word to preach it to men; and has been ever since continued on earth, and will be at the time of the conversion of the Jews:

that thou shouldest say;
that there should be any occasion of saying; it forbids any such kind of speech as, follows:

who shall go up for us to heaven, and bring it to us, that we may hear
it, and do it?
there is no need of that, for it is brought from thence already, and may be heard, and should be obeyed; for to put such a question would be the same as to ask "to bring Christ down from above", who is come down already by the assumption of human nature, to preach the Gospel, give the sense of the law, and fulfil it, to do the will of his Father, bring in an everlasting righteousness, and save his people; so that there is no need of his coming again on the same errand, since he has obtained eternal redemption, and is the author of everlasting salvation, which is the sum and substance of the Gospel.

Deuteronomium 30:12 In-Context

10 Wanneer gij der stemme des HEEREN, uws Gods, zult gehoorzaam zijn, houdende Zijn geboden en Zijn inzettingen, die in dit wetboek geschreven zijn; wanneer gij u zult bekeren tot den HEERE, uw God, met uw ganse hart en met uw ganse ziel.

11 Want ditzelve gebod, hetwelk ik u heden gebiede, dat is van u niet verborgen, en dat is niet verre.

12 Het is niet in den hemel, om te zeggen: Wie zal voor ons ten hemel varen, dat hij het voor ons hale, en ons hetzelve horen late, dat wij het doen?

13 Het is ook niet op gene zijde der zee, om te zeggen: Wie zal voor ons overvaren aan gene zijde der zee, dat hij het voor ons hale, en ons hetzelve horen late, dat wij het doen?

14 Want dit woord is zeer nabij u, in uw mond, en in uw hart, om dat te doen.