Deuteronomium 32:48

48 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, op dienzelfden dag, zeggende:

Deuteronomium 32:48 Meaning and Commentary

Deuteronomy 32:48

And the Lord spake unto Moses the selfsame day
On which he finished the reading of the law, and the above song, which was the seventh of Adar or February; according to the Targum of Jonathan, the day he died on; according to the Egyptian Calendar F1, it was the sixteenth of that month, see ( Deuteronomy 34:5 ) ;

saying;
as follows.


FOOTNOTES:

F1 Apud Ludolf. Lex. Ethiop. p. 537.

Deuteronomium 32:48 In-Context

46 Zo zeide hij tot hen: Zet uw hart op al de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet.
47 Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen op het land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te erven.
48 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, op dienzelfden dag, zeggende:
49 Klim op den berg Abarim (deze is de berg Nebo, die in het land van Moab is, die tegenover Jericho is), en zie het land Kanaan, dat Ik den kinderen Israels tot een bezitting geven zal;
50 En sterf op dien berg, waarheen gij opklimmen zult, en word vergaderd tot uw volken; gelijk als uw broeder Aaron stierf op den berg Hor, en werd tot zijn volken vergaderd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.