Deuteronomium 34:7

7 Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.

Deuteronomium 34:7 Meaning and Commentary

Deuteronomy 34:7

And Moses [was] an hundred and twenty years old when he died,
&c.] Which age of his may be divided into three equal periods, forty years in Pharaoh's court, forty years in Midian, and forty in the care and government of Israel, in Egypt and in the wilderness; so long he lived, though the common age of man in his time was but threescore years and ten, ( Psalms 90:10 ) ; and what is most extraordinary is,

his eyes were not dim;
as Isaac's were, and men at such an age, and under, generally be:

nor his natural force abated;
neither the rigour of his mind nor the strength of his body; his intellectuals were not decayed, his memory and judgment; nor was his body feeble, and his countenance aged; his "moisture" was not "fled" ^F13, as it may be rendered, his radical moisture; he did not look withered and wrinkled, but plump and sleek, as if he was a young man in the prime of his days: this may denote the continued use of the ceremonial law then to direct to Christ, and the force of the moral law as in the hands of Christ, requiring obedience and conformity to it, as a rule of walk and conversation, ( 1 Corinthians 9:21 ) .

---

FOOTNOTES:

F13 So Ainsworth.

Deuteronomium 34:7 In-Context

5 Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN, aldaar in het land van Moab, naar des HEEREN mond.

6 En Hij begroef hem in een dal, in het land van Moab, tegenover Beth-Peor; en niemand heeft zijn graf geweten, tot op dezen dag.

7 Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.

8 En de kinderen Israels beweenden Mozes, in de vlakke velden van Moab, dertig dagen; en de dagen des wenens, van den rouw over Mozes, werden voleindigd.

9 Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid; want Mozes had zijn handen op hem gelegd; zo hoorden de kinderen Israels naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes geboden had.