Exodus 23:27

27 Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal maken, dat al uw vijanden u den nek toekeren.

Exodus 23:27 Meaning and Commentary

Exodus 23:27

And I will send my fear before thee
What should cause fear among the nations of the land of Canaan; either the hornets mentioned in the next verse as the explanative of this; or the fame of his mighty works, which he had done for Israel in Egypt, at the Red sea, and in the wilderness; which struck the inhabitants of Canaan with such a panic, that they were ready to faint and melt away, and lost all courage, ( Joshua 2:9-11 )

and will destroy all the people to whom thou shalt come;
that is, the greatest part of them:

and I will make all thine enemies turn their backs unto thee;
flee away, not being able to face them and stand a battle, or, however, not stand it long, but run and make their escape: "or I will give thee the neck of them" ^F16; cause them to submit, to lay down their necks and be trampled upon; an expression denoting their subjection, and an entire conquest of them, see ( Psalms 18:39 Psalms 18:40 ) .

---

FOOTNOTES:

F16 (Pre-yttn) "et dabo-cervicem", Pagninus, Montanus; "exponam tibi cervicem", Junius & Tremellius, Piscator; "ponam ad te cervicem", Drusius.

Exodus 23:27 In-Context

25 En gij zult den HEERE uw God dienen, zo zal Hij uw brood en uw water zegenen; en Ik zal de krankheden uit het midden van u weren.

26 Er zal geen misdrachtige, noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik zal het getal uwer dagen vervullen.

27 Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal maken, dat al uw vijanden u den nek toekeren.

28 Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht zenden; die zullen van voor uw aangezicht uitstoten de Hevieten, de Kanaanieten en de Hethieten.

29 Ik zal hen in een jaar van uw aangezicht niet uitstoten, opdat het land niet woest worde, en het wild gedierte boven u niet vermenigvuldigd worde.